Het heeft even geduurd voordat de ruimte voor onze ervaringsdeskundigen werd gevonden. Nu deze ruimte er is, zijn ze er heel blij mee. Het Hoop-Huis heet hun plek, met een anker als symbool. “Het was zoeken naar een plek waar we samen kunnen vergaderen, gesprekken kunnen voeren en activiteiten organiseren voor zorgvragers. Toen er eindelijk een ‘go’ kwam van de directie hebben we ons gestort op het opknappen en inrichten van onze plek,” vertelt Bea, ervaringswerker. Iedereen hielp mee waar hij of zij kon.

Tijdens de OPZC-dag, begin oktober 2021, werd het Hoop-Huis officieel geopend door de administrateur-generaal John Vanacker, omringd door de trotse leden van de werkgroep Hoop-Ervaringsdeskundigen.

De opening vond plaats tussen twee periodes van COVID-19 besmettingen in. Dit betekende dat in november de deuren al dicht moesten, amper enkele weken na de feestelijke opening. “Dat was even slikken. We hadden een fijne start gemaakt.” De rest van 2021 bleef het Hoop-Huis gesloten voor de zorgvragers, maar dat betekende niet dat de werkgroep bij de pakken bleef zitten. Zo werden er in het Hoop-Huis wafels gebakken voor de zorgvragers die in quarantaine zaten en werd er gezorgd voor een sinterklaas tijdens het feest in december. Daar waar mogelijk probeerde het team er te zijn voor de zorgvragers. Ook door de Hoop-uurtjes op de zorgeenheden door te laten gaan, toen dat weer toegelaten werd.  Hoop-uurtjes zijn gesprekken met zorgvragers, soms in groep, soms individueel met een ervaringsdeskundige.

Bea is er trots op dat er een vast team staat dat aan de slag gaat. Het team is klaar om zorgvragers en ook medewerkers te ontvangen in het Hoop-Huis. “We moeten wel nog tijd en energie steken in het bekend maken van onze activiteiten. We zouden graag zien dat meer zorgvragers de weg naar het Hoop-Huis vinden. We zijn momenteel twee keer per week geopend namelijk, op maandag en woensdag namiddag. Dat willen we in de toekomst graag nog uitbreiden.”

‘Hoop’ is een belangrijk woord voor de leden van de werkgroep Hoop-Ervaringsdeskundigen. En die hoop uit zich vooral in het verder ontwikkelen van hun sessies, herstel- en nazorggroepen.