De ‘regiowerking’ vormt een deel van de opdracht van de mobiele teams van het netwerk Geestelijke gezondheidszorg Noolim, waartoe OPZC Rekem behoort. De opdracht is  specifiek gericht op mensen met een vermoeden van een ernstige psychiatrische aandoening die zorgwekkend, zorgmijdend of zorgmissend kan zijn.

Wie zijn dit dan? Deze groep mensen heeft verschillende problemen waar ze zelf niet uit geraken. Ze vragen ook geen hulp waardoor ze nog meer problemen krijgen.

Hoe moeilijk is het om een helpende hand te bieden aan zorgmijders? Brecht Aerts, teamcoördinator mobiel team Kemp en Duin, legt uit dat verwijzers een belangrijke rol spelen. Het zijn ook niet altijd de traditionele verwijzers, zoals de huisarts, die contact zoeken met de medewerkers van de Regiowerking. “Vaak zijn het medewerkers van de Sociale Huisvesting, de sociale dienst van de politie of het OCMW die ons contacteren omdat ze zich zorgen maken over iemand.” Het benaderen van de zorgmijder vergt veel aandacht. “Vertrouwen opbouwen is heel belangrijk. De cliënt moet merken dat we willen helpen, dat we kijken naar welke hulp het beste past. Soms bellen we (tevergeefs) bij hen thuis aan, dan weer spreek je af in het park. Het gaat erom een goed contact op te bouwen en de mogelijkheden van zorg of andere hulp bespreekbaar te krijgen. Dat kan een zorgpartner binnen ons netwerk zijn of de eerste lijn. We kunnen en moeten zeker niet alles binnen de GGZ willen opvangen,” legt Jerry Jurez uit, medewerker van het mobiele team Maasland.

Het netwerk Noolim liep al vooruit op de wensen van de overheid om extra aandacht te geven aan deze mensen. Vanaf 2020 staat de Regiowerking in het teken van nieuwe verbindingen, een gereikte (wederzijdse) hand met eerstelijnspartners, welzijnsdiensten, sociale woonmaatschappijen, etc. Sinds september 2021 is er door de overheid omkadering geboden. Er zijn per eerstelijnszone (slechts) 2,5 VTE beschikbaar gesteld om ondersteuning voor eerste lijn te bieden en het toeleiden van zorgmijders.

De kracht van de Regiowerking is volgens Brecht en Jerry vooral het contact dat in de leefwereld van de cliënt plaatsvindt. Voor deze mensen is laagdrempelige toegankelijkheid van het bestaande buurt-, welzijns- en zorgverleningsaanbod, naast directe regionale verbindingen tussen hulpverleners essentieel.